Scheefgroei

Door Marjoleine

Deze boom staat in de tuin van mijn schoonmoeder. Of misschien moet ik zeggen stond. Tijdens een hevige storm waaide hij om. Als een luciferhoutje splijtte zijn dikke stam. Geknakt.
Mijn schoonmoeder besloot hem te laten liggen: “Dat wordt vast een leuke speelboom voor de kinderen”. Haar vertrouwen was terecht. Sommige delen van de boom groeien door en zoeken opnieuw hun weg naar het licht. Ze groeien in vreemde kronkels, als het ware om de verwonding heen. De boom krijgt daardoor een nieuwe, liggende vorm. Dorre en droge takken laten zien dat niet alle delen van de boom het redden. Die delen sterven af, maar andere delen staan in de zomer volop in bloei.

Het is een vreemd gezicht, die liggende boom, geknakt, maar toch zo vol leven. Vergaat het sommige mensenlevens niet ook zo? Er zijn misschien momenten waarop je voelt dat de stormen in je leven je gebroken hebben. Momenten waarop je gevloerd bent, beschadigd door wat je is aangedaan. Maar midden in die teneergeslagenheid ontdek je soms dat er ergens nog leven in je huist, misschien zelfs levenslust en dat er nog steeds mogelijkheden zijn om te groeien, te leren en wijzer te worden. Desnoods groei je liggend en om je verwondingen heen. Gaandeweg neem je je vreemde vormen voor lief.

Dit beeld van de liggende boom helpt mij om mezelf te accepteren zoals ik ben, met mijn eigenaardigheden en scheefgroei. Ik kan niet ontkennen dat ook de nare dingen in mijn leven me hebben gemaakt tot wie ik ben.

Heb jij ook een beeld waaraan je moed ontleent in donkere dagen? Een beeld dat je op een of andere manier troost brengt?

Als je te maken hebt gehad met seksueel geweld dan word je maar al te vaak geplaagd door beelden die pijn doen. Kunnen we daar beelden naast zetten die helpen? Beelden die jouw ervaring weerspiegelen op een manier die je op een liefdevolle manier herinnert aan jouw onaantastbare waarde als mens? Wij helpen je graag zoeken.

Op zaterdag 8 september organiseert de VPSG weer een ‘Kom op verhaaldag’ in het Graalhuis in Utrecht. Deze dag gaan we op zoek naar beelden van kracht en kwetsbaarheid, beelden die helpend zijn na seksueel misbruik. Meer weten? Mail ons (info@vpsg.nl) of ga naar onze website: www.vpsg.nl.

 

Getuige, tegen wil en dank?

Door Lottemijn

Ik ging in de tachtiger jaren, na mijn eigen verkrachting, mee met vrienden naar de bioscoop. Ik herinner me nog goed ‘Last Tango in Paris’. Dit is een film waarin verkrachting voorkomt en waarin de daad noch de dader veroordeeld wordt. De vrouw wordt als overwonnen lustobject uitgebeeld. Mijn vrienden vonden dit geweldige films, kennelijk kickend op het seksuele geweld dat er in plaats vond. Als ik ertegen protesteerde dat er zulke films en dito boeken op de markt waren, dan noemden ze mij stijf en gefrustreerd. Ze zeiden dat die films getuigen van vrijheid van meningsuiting.

In dit soort films wordt aangezet tot vrouwenhaat en verkrachting. En wij, vrouwen, moeten dat maar goed vinden. Wij moeten er naar kijken en het goeie films vinden, omdat dat soort films door beroemde, meestal mannelijke regisseurs worden geproduceerd. En de mannen die onze vrienden zijn vinden het geweldige films. Het is echter mijn vrijheid van mening om de films te bekritiseren. Schrijf maar eens, lezers, welke films er nog meer zijn die aanzetten tot vrouwenhaat en verkrachting! Laat van je horen!

Bovenstaande had ik net geschreven toen mij gewezen werd op een stukje in de Volkskrant over Last Tango in Paris. Hier bleek dat de regisseur, Bertolucci, was overeengekomen met Marlon Brando om Maria Schneider daadwerkelijk voor het oog van de camera te verkrachten. Want Bertolucci wilde ongeveinsde ontzetting bij Maria zien. Hij was geïnteresseerd in de ontzetting van de vrouw, niet de gespeelde ontzetting van de actrice. De film speelt zich af in een leegstaand huis waar een oudere man en een jonge vrouw elkaar ontmoeten. Vanaf het begin voel je de seksueel/ gewelddadige sfeer die opgebouwd wordt. In de laatste scene verkracht Marlon Brando Maria Schneider.

Het is gek dat iedereen getuige was van deze verkrachting: cameraman, technici, regisseur, en natuurlijk ook het publiek dat naar de film is komen kijken. Tegenwoordig is dat bekend, dat zij werkelijk verkracht werd door Marlon Brando. Ik vraag me dan af welke mannen nog naar die film gaan kijken. Ik begrijp dat niet goed. Wat willen ze dan zien? Willen ze er getuige van zijn dat een vrouw verkracht wordt? Nieuwsgierig geworden?  En wat zien vrouwen die naar deze film kijken?

Zoals bij een detective als Poirot of Midsomer Murders het slachtoffer niet echt vermoord wordt, zo zou ook in speelfilms de vrouwelijke hoofdrolspeler niet echt verkracht mogen worden. Verkrachting is een misdaad tegen de menselijkheid. Tijdens deze scene huilt Maria Schneider. En ik huilde kijkend naar de film in de tachtiger jaren, met haar mee.

Ik wil ook kunnen zwijgen

 

Door Janine

Ik had het er in mijn blog ‘Is vergeven nodig’ van 2 mei er al even kort over, dat dilemma over hoeveel ik deel over eigen ervaringen, hoe open ik ben. Mijn keuze daarin was dat ik grenzen trek betreffende wat ik deel en met wie. Ik heb daar soms best moeite mee. Een blog met de naam Praat erover, maar zelf niet alles delen. Ik wil ook kunnen zwijgen. Wel wil ik eenmalig uitleggen waarom ik tot deze keuze ben gekomen voordat ik mij op deze site richt op andere gerelateerde onderwerpen. Over dat laatste straks meer.

Openheid over je ervaringen kan vaak iets zijn dat oplucht en helpt. Maar wat nou als je zelf het gevoel hebt een hoofdstuk te hebben afgerond? Voor mij voegt het weinig meer toe om mijn ervaringen te delen. Niet in een blog en niet in mijn persoonlijke leven. Misschien dat ik me ook wel in een bevoorrechte positie bevindt. Zo voelt het voor mij althans wel. Momenten van manipulatie en ook enig grensoverschrijdend gedrag zijn lang geleden al besproken en uitgepraat. Ik heb de mogelijkheid gehad om de confrontatie aan te gaan en te melden dat ik me gemanipuleerd heb gevoeld. En een excuses gekregen. Voor mij was dit genoeg om vooruit te kunnen. Ervaringen telkens naar boven halen voelt voor mij dan ook als een verleden onnodig oprakelen. Bovendien, wie is ermee geholpen als ik met anderen iets deel wat voor mij al klaar is, besproken, vergeven, etc. Ik in ieder geval niet.

Nee, sommige van mijn persoonlijke ervaringen hoeven wat mij betreft niet gedeeld en uitgebreid besproken te worden. Gelukkig heb ik, en jij als lezer ook, altijd de vrijheid om te kiezen wat voor jou goed voelt, wat jou heelt. Voor heel veel mensen is dat een luisterend oor hebben waar je open tegen kunt praten. Maar het is ook prima als je zegt, zoals ik, dat je ook wilt kunnen zwijgen.

Kortom, hoofdstuk gesloten. Gelukkig blijven er een hoop andere onderwerpen over die gerelateerd zijn aan het werk van de VPSG, onderwerpen waar mijn hart naar uit gaat en waarvan ik het belangrijk vind dat ze besproken worden. Mij zie je hier voortaan schrijven over zaken als praten over seksualiteit in het algemeen, positieve seksualiteit, vertrouwen hebben in een partner, jezelf blootgeven, lichaams- en zelfbeeld, onzekerheid, jezelf bescherming bieden en nog veel meer. Want seksualiteit moet wat mij betreft sowieso bespreekbaar gemaakt worden, uit de taboesfeer gehaald worden. En daar wil ik mij graag hard voor maken.

Een koker van glas

Door Lottemijn

Ik loop op de Marnixstraat in de richting van het bureau van de zedenpolitie in Amsterdam om aangifte te doen van verkrachting die nacht. Om mij heen is een koker van glas. De koker loopt met mij mee, maar raakt me niet. Ik kan erdoorheen kijken, maar de geluiden van de straat worden tegengehouden. Er is geen verbinding tussen mij en de wereld.

Ik zit in een studentenkamer op Uilenstede samen met vrienden die ik ken van de studie biologie. De koker zit om me heen zonder me te raken. Ze praten en lachen, maar ik weet niet waarover. Er is geen verbinding tussen mij en hen. Een studievriend komt naast me zitten binnen de koker van glas. Hij vraagt wat er met me is. Ik vertel dat ik eergisternacht ben verkracht. Hij zegt dat ik het gauw moet vergeten en mee moet doen. Terwijl hij het zegt, verdwijnt hij uit mijn koker en doet weer mee met de anderen.

Ik logeer tijdelijk bij mijn ouders. Ik lig in bed. Ik slaap, het is ’s morgens vroeg. Mijn moeder komt mij wekken en ik schiet overeind in bed, jammerend als een dier in doodsnood. Ze omarmt me en strijkt over mijn haar. Mijn vader gaat huilen. Ik verman me en sta op. Zusjes en broer houden zich doodstil. Het is ook een angstaanjagend geluid, dat jammeren. Ik heb het nooit eerder gehoord of geproduceerd, behalve toen ik wakker werd met een man bovenop me.

Mijn ouders en ik gaan de poezen ophalen. We kunnen ze niet vinden, we zijn al bang dat ze zijn ontsnapt tijdens die nacht. Voor de zekerheid (maar die opening is echt veel te klein) kijk ik onder het gasfornuis. En daar zitten ze tegen de muur gedrukt. Ik praat met ze en haal ze een voor een te voorschijn. Mijn moeder neemt ze om de beurt in de armen en troost ze.

Later was ik benieuwd wat ik vlak na de gebeurtenis heb geschreven in mijn dagboek. Ik schrijf al dagboeken vanaf mijn zesde toen ik kon schrijven. En ik zoek in mijn dagboeken, maar de drie maanden na de verkrachting heb ik niets geschreven.

Ik worstel met mijn beeld van God. Ik kom tot de conclusie dat God dit niet gewild heeft, deze verkrachting, elke verkrachting. Ik ben er bij de mensen open over en hoor daardoor van anderen hun verkrachtingsverhaal. Het gekke is dat ik op hun verkrachters nog kwader ben dan op de mijne. De mijne had geen gezicht. Hij was volledig in zwarte kleren gehuld. Ik dacht, voor zover je op zo’n moment kunt denken, dat de dood mij kwam halen.

Niet (meer) schamen voor mijn ouders

Door Janine

Achteraf gezien ben ik ze ontzettend dankbaar, mijn vader en moeder. Als ik het vergelijk met gezinnen waar praten over seks een taboe was, is het ontzettend fijn dat er bij ons zo’n openheid was over seksualiteit. Alles was bespreekbaar. Maar natuurlijk kijk je daar als puber heel anders tegenaan.

Tja, je kan dan wel met je vragen terecht bij je ouders, en als je ergens mee zat, dit bespreken, maar op mij had dit een tegengesteld effect. Deur op slot bij het douchen en alleen volledig gekleed weer naar buiten, enorm ongemakkelijk worden als er ook maar een seksscène in een film zat en vooral me ontzettend schamen als het gespreksonderwerp aan bod kwam. Achteraf gezien is dit natuurlijk wel te plaatsen, gezien ik rond die leeftijd enorm in de knoop zat met mezelf en mijn eigen seksualiteit. Dat en ik was natuurlijk ook gewoon een puber, en pubers zetten zich af tegen hun ouders.

Ondertussen ben ik 31 en vind ik het ontzettend prettig dat mijn ouders altijd zo natuurlijk met seksualiteit om zijn gegaan. Het heeft me gesterkt in het maken van keuzes  in mijn ontdekkingstocht naar mijn eigen seksualiteit en heeft ervoor gezorgd dat ik gewacht heb met de keuze om seksueel actief te zijn totdat ik er klaar voor was en kon aangeven wat ik wel en niet wou. Juist omdat er niet iemand met een oordeel klaar stond, maar een moeder met open armen die zei: Ik luister wel. De boodschap die ik altijd heb meegekregen is: doe waar jij je goed bij voelt, en wees jezelf. Een waardevol advies, een advies waardoor ik mij vrij voel om ook nu nog te kunnen spreken met mijn ouders over seksualiteit.

Het mooiste vind ik dat mijn ouders ook als een voorbeeldfunctie gefungeerd hebben. Door zelf gezond met seksualiteit om te kunnen gaan, hebben zij mij indirect ook leren zien dat seksualiteit en intimiteit mits vrijwillig met elkaar gedeeld, positie benaderd kunnen worden.  En hoe je dat binnen een relatie tot uitdrukking kan brengen.

Dus pap, mam, bedankt!

Grenzen

Door: Marjoleine Vosselman

Zaterdag 2 juni begeleid ik samen met collega Judith van der Werf een Kom op verhaaldag. Tijdens deze dag staat het thema grensbewustzijn centraal. Het gaat om de vraag: voel je waar je eigen grenzen liggen en handel je er ook naar?

Het is niet zo gemakkelijk om je grenzen te bewaken. Mensen die het goed met je voor hebben, zijn gevoelig voor jouw signalen dat je iets niet wilt of dat iets je te ver gaat. Zij zullen zich terugtrekken omdat ze jouw grenzen respecteren. Maar iedereen met een misbruikverleden weet dat er mensen zijn die niet schuwen om te ver te gaan. Die hebben geen boodschap aan jouw grenzen. Ze kunnen je zo manipuleren dat je denkt dat je het zelf hebt uitgelokt. Of ze schenden je grenzen met grof geweld.

Zelf heb ik een aantal keer meegemaakt dat iemand mijn grenzen niet respecteerde. Eén situatie was bijzonder heftig voor me, omdat het me bang maakte. De situatie was niet eens zo duidelijk, ik kreeg er de vinger niet goed op wat er gebeurde in het contact. Op een of andere manier wist deze vrouw het zo handig te draaien en te manipuleren dat het leek of zij in mijn belang handelde, maar ondertussen bezig was om mij haar eigen wil op te leggen. Ik zag het, ik voelde het en het leek alsof ik verlamd raakte. Ik wist niet meer wat te doen en ik hoorde mezelf dingen zeggen die zij wilde horen. Het leek wel alsof mijn eigen wil weg was in het contact met haar. Dit was zo beangstigend dat ik geen andere oplossing zag dan vluchten. Wegvluchten uit het contact. Dat heb ik gedaan. Gelukkig.

Ik voelde me lang schuldig over het feit dat ik het contact met deze vrouw verbroken heb. Maar toen hoorde ik Martine Delfos tijdens een lezing voor de VPSG zeggen: We moeten onze kinderen leren dat als iets niet goed voelt, het niet goed is en dat ze dan mogen weglopen. Dan maar onbeleefd, dan maar niet netjes. Ze legde uit dat ‘Nee’ zeggen niet altijd een optie is. Er zijn omstandigheden waarin dat simpelweg onmogelijk is of lijkt. Loop dan weg is haar advies. Het was alsof ik alsnog toestemming kreeg voor mijn vluchtgedrag.

Dit inzicht neem ik zaterdag mee naar de Kom op verhaaldag. We gaan oefenen met het bewust worden en aangeven van grenzen omdat de meeste mensen dat zullen respecteren. Daarmee vergroot je eigen leefruimte. Maar iedereen met een misbruikverleden weet: soms is een grens aangeven niet genoeg. Laten we in die situaties het advies van Martine Delfos ter harte nemen en durven weglopen.

Als ik breek

Door Janine

Woorden kunnen mij ontzettend raken. Ze doen pijn of geven hoop. Woorden geven klank aan het ongezegde. Maar woorden op muziek raken me het meest, kunnen me meevoeren naar andere werelden of mij stil laten zijn bij mijzelf. Het is de muziek die mij een lach op mijn gezicht kan doen bezorgen wanneer ik met mijzelf in de knoop zit of die me doet voelen en huilen wanneer ik het niet verwacht. Omdat iets in het liedje resoneert met mij.

Zo gebeurde dat laatst met het liedje Lijmen van Maaike Ouboter. Een liedje dat in feite bijna een gedicht is omlijst met muziek. Zonder waarschuwing zat ik daar na 4.03 minuten met tranen in mijn ogen. Maar wat raakte me?

“kijk me niet aan maar
kijk dwars door me heen
en laat me verloren
laat me alleen

ik kan het best zelf
ik heb je hulp niet nodig
het is heel lief maar overbodig
vast een goed bedoeld gebaar”

Zomaar twee coupletten uit Lijmen die mij overvielen. Dat ontzettend herkenbare gevoel van je eigen kwetsbaarheid onder tafel schuiven en dingen –en mensen- wegduwen als ze dichtbij je gevoel komen. Ik wil geen hulp, ik wil het zelf kunnen, zelf doen allemaal. Persoonlijk ben ik ook altijd iemand geweest die alles bij zichzelf hield, alles alleen droeg. Hulp vragen zou betekenen dat iets me emotioneel zou kunnen raken, en dat was juist wat ik niet wou. Ik wou sterk blijven, maar stiekem toch ook niet alles alleen hoeven dragen.

“sluit me maar op
als je genoeg van me hebt
ik vervloek je
maar alleen in m’n hoofd
en je moet ook niet alles geloven
wat ik zeg

maar als ik mezelf geen bescherming meer bied
als ik op dreig te geven ook al zie je het niet
blijf je dan hier, als ik je zachtjes smeek
om me te lijmen als ik breek”

De kracht van dit liedje van Maaike Ouboter dat mij deed breken zit naar mijn idee vooral in de tweestrijd van dit laatste couplet en refrein. Dat sterk blijven, dat ‘het allemaal wel alleen kunnen’ is meer veranderd in een kwets me dan, kom maar dichtbij me, ik daag je uit. In dit liedje is dat misschien in wat heftigere bewoordingen geschreven, maar dat gevoel dat je van je afschopt, en tegelijkertijd wilt dat iets of iemand je raakt, deed mij huilen. Dit raakte mij.

En wat een wonderschoon refrein, waarin die kwetsbaarheid tentoongesteld wordt en je het allemaal niet alleen wilt kunnen. Soms heb je iets of iemand nodig die je kan lijmen. In mijn geval was dit lied mijn lijm op een kort, maar onverwacht breekpunt.

Is vergeven nodig?

Door Janine

Ik had het lastig met het schrijven van een blog over het onderwerp vergeving. Oorspronkelijk was ik van plan om een persoonlijk relaas te schrijven over hoe ik in mijn eigen leven omgegaan ben met vergeving en welke situaties ertoe geleid hebben om na te denken hierover. Ik had zelfs al een hoop op papier staan. Maar als ik heel eerlijk ben heb ik geen behoefte om dit te delen, puur vanuit het delen om het delen. Voor mij is schuld en vergeving –althans voor nu- een afgesloten hoofdstuk, waarin ik op mijn eigen manier en volgens mijn eigen behoeften dingen een plek heb gegeven. Ik heb geen zin om dit op te rakelen, puur en alleen om open communicatie.

Ik denk dat dit ook de essentie is van het omgaan met vergeving. Het is een eigen proces waarin je zelf bepaalt of je vergeeft en indien je dat doet ook hoe je vergeeft. Niemand anders dan jezelf die bepaalt of en met wie je dit proces wilt delen. Binnen het kader van vergeving zou er geen sprake moeten zijn van een moeten of het voelen van de druk van vergeving. Niet vanuit sociaal perspectief en mijn inziens ook niet vanuit een religieus perspectief. Binnen een slachtofferschap van jezelf of een naaste zijn er al grenzen overschreden. Door te vragen aan iemand wiens grenzen overschreden zijn, om de ander te vergeven zonder dat deze er zelf klaar voor is, is in feite nog een schending van grenzen die niet behulpzaam is voor het welzijn van iemand die op één of andere wijze in aanraking is gekomen met manipulatie en misbruik.

Vergeving heeft, althans voor mij, vooral te maken met autonomie, je leven weer in eigen handen nemen. Iemand die zegt dat je moet vergeven helpt daar niet bij. Iemand die luistert, ruimte geeft aan de onmacht en aan jouw verhaal kan dat misschien wel: Helpen om je eigen verhaal weer op gang te krijgen. Schrijvend aan je eigen verhaal kan je misschien als je eraan toe bent het hoofdstuk van slachtofferschap afsluiten. Met of zonder vergeving. Vergeving –althans voor mij- betekent hierin niet dat er geen moeite is met het machtsmisbruik van een ander, dat is iets wat ikzelf nooit zal kunnen en willen begrijpen. Wat het dan wel betekent vind ik een goede vraag waar ik geen goed antwoord op kan geven, omdat er simpelweg zoveel verschillende verhalen en manieren omtrent vergeving te vinden zijn. Voor de één is het een confrontatie met de dader of zelfs een verzoening. Voor een ander is het meer een persoonlijk proces waarbij de dader vaak niet in letterlijke zin in beeld is. Vaak blijft er nog een open schuld van de dader openstaan of wordt alle contact met hem of haar verbroken.

Maar uiteindelijk lijkt mij of en hoe je vergeeft binnen een proces van heel wording niet eens het meest relevant. Wat voor mijzelf het meest relevant was, was de kracht opbouwen om het heft in handen te nemen en mijn eigen proces, mijn eigen leven te besturen. De pen oppakken en mijn eigen verhaal schrijven. Bij mij was er wel behoefte aan vergeving en dat hoofdstuk heb ik afgerond op een manier die de één te vergevend zou kunnen vinden, de ander te weinig vergevend. Maar waar ik ontzettend tevreden mee ben.

Vergeving?

Door Marjoleine

De komende tijd buigen we ons bij de VPSG over het onderwerp vergeving. In het najaar organiseren wij in samenwerking met de PThU een studiemiddag over dit heikele thema. We zijn er druk mee in de weer en nadere informatie over programma en locatie volgt spoedig.

Ik noem vergeving een heikele kwestie omdat het in onze ervaring een beladen thema is. Veel mensen ervaren druk om te vergeven, terwijl zij daar zelf helemaal niet aan toe zijn. En zelfs deze formulering is al dubieus, want er niet aan toe zijn veronderstelt dat er een moment komt of zou moeten komen waarop zij er wel aan toe zijn. Alsof vergeving iets is wat moet.

Woensdag 4 april jl. bezochten mijn collega Judith van der Werf en ik een studiedag van de SMPR over vergeving. Bij aanvang van de dag werd aan de deelnemers gevraagd om positie te kiezen. Vind je dat vergeving moet, mag, kan, of niet van toepassing is. Wat mij betreft is voor alle opties iets te zeggen, behalve voor ‘vergeven moet’.

Het grote probleem met ‘moeten’ is dat het je innerlijke ruimte inperkt. Innerlijke ruimte is een metafoor voor een binnenwereld die ruimte biedt aan alles wat er in je leeft. De dichter Rumi schreef hierover een gedicht dat als volgt begint:
Dit mens-zijn is een soort herberg/ Elke ochtend weer nieuw bezoek/ Een vreugde, een depressie, een benauwdheid/ een flits van inzicht komt/ als een onverwachte gast/ Verwelkom ze; ontvang ze allemaal gastvrij. (lees hier het hele gedicht: http://www.gedichtbundel.nl/gedichten/de%20herberg.html)

Bij seksueel misbruik spelen er zoveel gemengde gevoelens. Welke ‘gasten’ melden zich allemaal bij de herberg van slachtoffers? Er is vaak woede, maar ook loyaliteit naar de dader. Er is schaamte, maar ook verontwaardiging om onrecht. Er is behoefte aan erkenning en misschien verlangen naar vergeving. De behoefte kan groot zijn om te zeggen: nu moet het maar eens klaar zijn. Nu is het tijd voor vergeving. Het probleem is dat je daarvoor de deur moet dichthouden voor al die ongewenste gasten. Tegen woede moet je bijvoorbeeld zeggen: voor jou is geen plaats in de herberg. Maar laat die gast zich tegenhouden? Vaak weten ze hun weg naar binnen wel te vinden om vervolgens de hele tent op zijn kop te zetten. En als je ze weet buiten te houden, kost dat al je kracht met alle, vaak depressieve, gevolgen van dien.

In een proces van heelwording verdienen alle tegenstrijdige gevoelens en behoeften een plek. Alles mag er zijn en worden verkend. Al die tegenstrijdige posities mogen een stem krijgen, alle ‘gasten’ krijgen een plek aan tafel in de herberg. En wie weet wat er dan kan ontstaan. Wie weet, als de woede een tijd van zich heeft mogen laten horen, als de schaamte schoorvoetend verschijnt, als de schuldgevoelens zich durven tonen, wie weet, ontstaat er dan ruimte voor iets als vergeving. Dat kan, dat mag, maar dat hoeft niet.

Afbeelding herberg is afkomstig van: https://www.dharmatoevlucht.nl/

Wat had je die dag aan?

Door Janine

Afgelopen januari was er in de Brusselse wijk Molenbeek de opmerkelijke expositie ‘Wat had je die dag aan.’ Een confronterende verzameling kleding illustreerde wat mensen droegen ten tijde van hun verkrachting. Niet alleen een kort jurkje waar vaak zoveel ophef over is, maar ook een pyjama, een simpele spijkerbroek, een djellaba en zelfs een rode kleuterjurk waren te zien. Schokkend om te zien, wetende dat deze reconstructies van de kledingstukken symbool staan voor waargebeurde verhalen en echte schendingen van grenzen.

Het is toch vreemd. In de modewereld ben je niet flexibel genoeg als je niet je kleding uittrekt, maar als je verkracht of aangerand bent, wordt er vaak gevraagd wat je droeg. Alsof dat iets te maken heeft met schuld, omdat je volgens hen te uitdagend gekleed was. “Want dan vraag je er toch zelf een beetje om?” De expositie is een reactie hierop, laat zien dat het niet uitmaakt of je al dan niet een kort rokje droeg. De kleding die er hangt is divers en de boodschap die hiervan uitgaat is duidelijk: Het kan iedereen overkomen, ongeacht hoeveel of hoe weinig je aan hebt.

Persoonlijk denk ik dat het ontzettend belangrijk is dat het onderwerp van kleding en grenzen meer aandacht krijgt. Er wordt een ontzettend verwarrende boodschap naar –met name- vrouwen afgegeven. De eerste is dat je niet zo moeilijk over naakt moet doen, flexibel om moet gaan met je eigen grenzen. Maar als je vervolgens besluit om in een zomerjurkje over straat te lopen, daag je uit en is het je eigen schuld als mensen besluiten om over jouw grenzen heen te stappen. We hebben een dialoog nodig over de vrijheid om je te kunnen kleden zoals je wilt en over het recht om je hierin veilig te voelen. Een discussie over onze vooroordelen en hoe we deze los kunnen laten, wetende dat het in de praktijk niet uitmaakt wat je draagt. Een gesprek over hoe we kunnen stoppen te spreken over kleding en het zelf schuld dragen.

Ook ik voel me soms beperkt door die vooroordelen, denk twee keer na voordat ik iets aantrek, voel me niet altijd veilig op straat als ik ook maar een beetje bloot laat zien. Bang dat ik iets uitlok. Dat legt voor mij de vinger op de zere plek. “Ik ben bang dat ik iets uitlok.” Ik trek de schuld naar mij toe door hoe ik mij kleed. Te zot voor woorden toch? Want uiteindelijk ligt de schuld nooit bij het slachtoffer en diens kledingkeuze. En daarom zou er gekeken moeten worden naar het creëren van veiligheid, voor iedereen, wat je ook draagt.  Deze expositie lijkt me een mooi startpunt voor het starten van deze discussie. Ondertussen ga ik mij niet door angst laten tegenhouden en laat ik me qua kledingkeuze alleen leiden door mezelf. En ja, dat betekent dat ik wanneer het weer warmer wordt ook mijn zomerjurkje uit de kast haal.

Hopelijk komt ‘wat had je die dag aan’ ook eens naar Nederland.