Wat had je die dag aan?

Door Janine

Afgelopen januari was er in de Brusselse wijk Molenbeek de opmerkelijke expositie ‘Wat had je die dag aan.’ Een confronterende verzameling kleding illustreerde wat mensen droegen ten tijde van hun verkrachting. Niet alleen een kort jurkje waar vaak zoveel ophef over is, maar ook een pyjama, een simpele spijkerbroek, een djellaba en zelfs een rode kleuterjurk waren te zien. Schokkend om te zien, wetende dat deze reconstructies van de kledingstukken symbool staan voor waargebeurde verhalen en echte schendingen van grenzen.

Het is toch vreemd. In de modewereld ben je niet flexibel genoeg als je niet je kleding uittrekt, maar als je verkracht of aangerand bent, wordt er vaak gevraagd wat je droeg. Alsof dat iets te maken heeft met schuld, omdat je volgens hen te uitdagend gekleed was. “Want dan vraag je er toch zelf een beetje om?” De expositie is een reactie hierop, laat zien dat het niet uitmaakt of je al dan niet een kort rokje droeg. De kleding die er hangt is divers en de boodschap die hiervan uitgaat is duidelijk: Het kan iedereen overkomen, ongeacht hoeveel of hoe weinig je aan hebt.

Persoonlijk denk ik dat het ontzettend belangrijk is dat het onderwerp van kleding en grenzen meer aandacht krijgt. Er wordt een ontzettend verwarrende boodschap naar –met name- vrouwen afgegeven. De eerste is dat je niet zo moeilijk over naakt moet doen, flexibel om moet gaan met je eigen grenzen. Maar als je vervolgens besluit om in een zomerjurkje over straat te lopen, daag je uit en is het je eigen schuld als mensen besluiten om over jouw grenzen heen te stappen. We hebben een dialoog nodig over de vrijheid om je te kunnen kleden zoals je wilt en over het recht om je hierin veilig te voelen. Een discussie over onze vooroordelen en hoe we deze los kunnen laten, wetende dat het in de praktijk niet uitmaakt wat je draagt. Een gesprek over hoe we kunnen stoppen te spreken over kleding en het zelf schuld dragen.

Ook ik voel me soms beperkt door die vooroordelen, denk twee keer na voordat ik iets aantrek, voel me niet altijd veilig op straat als ik ook maar een beetje bloot laat zien. Bang dat ik iets uitlok. Dat legt voor mij de vinger op de zere plek. “Ik ben bang dat ik iets uitlok.” Ik trek de schuld naar mij toe door hoe ik mij kleed. Te zot voor woorden toch? Want uiteindelijk ligt de schuld nooit bij het slachtoffer en diens kledingkeuze. En daarom zou er gekeken moeten worden naar het creëren van veiligheid, voor iedereen, wat je ook draagt.  Deze expositie lijkt me een mooi startpunt voor het starten van deze discussie. Ondertussen ga ik mij niet door angst laten tegenhouden en laat ik me qua kledingkeuze alleen leiden door mezelf. En ja, dat betekent dat ik wanneer het weer warmer wordt ook mijn zomerjurkje uit de kast haal.

Hopelijk komt ‘wat had je die dag aan’ ook eens naar Nederland.

Machtsmisbruik in de modewereld

Door Marjoleine

“Wanneer overschrijdt een modefotograaf de grens met minderjarige modellen?
Jurist noemt het kinderporno, modewereld kunst”

Modellenbureaus vinden zijn blote foto’s prachtig, zedenexperts beoordelen de beelden als ‘mogelijke kinderporno’. Het werk van fotograaf Yorick Nubé is illustratief voor de modewereld, waar grenzen vaag zijn en modellen worden geacht ‘flexibel’ te zijn. ‘Bureaus geven je het idee dat je zwak bent als je niet naakt op de foto durft.’

Dit is de aanhef van een krantenartikel in De Volkskrant van zaterdag 10 maart jl. Wat voorheen normaal gevonden werd – jonge meiden zo bloot mogelijk fotograferen, staat nu ter discussie. Dankzij #MeToo. Een bezorgd model uitte haar zorgen over deze situatie bij De Volkskrant die vervolgens op onderzoek ging. Duidelijk werd dat minderjarige meiden met een hartswens om model te worden in hun eentje naar een fotograaf werden gestuurd, die hen liefst zo bloot mogelijk fotografeerde. Niet om er pornografie van te maken, maar om hen zo puur mogelijk in beeld te brengen, aldus de fotograaf.
Mij maakt het niet zoveel uit of je de foto’s in juridische zin porno noemt of niet (alhoewel het de moeite loont om zelf een blik te werpen op de foto’s van Nubé en tot je eigen oordeel te komen). Wat mij vooral raakt is dat deze meiden geen recht lijken te hebben op hun grenzen. Als zij hun aarzeling uiten, dan wordt hen verteld dat dit ‘normaal’ is. Of nog sterker: dat het bij professionaliteit hoort om ‘flexibel’ te zijn. Er is een scheve machtsverhouding tussen een minderjarig meisje met een droom, die mogelijk door deze foto’s aan een carrière beginnen kan en een machtige context. Kan zij weigeren? Tegen welke prijs? “Als model krijg je erin geramd dat je onder alle omstandigheden flexibel en professioneel moet zijn, zegt model Aimée in het artikel in De Volkskrant. “Je grenzen aangeven wordt soms zelfs als onprofessioneel gezien. Je bent een goed model als je niet moeilijk doet.”

De teneur in het artikel is dat in de modellenwereld een machtsstructuur is ingebouwd die jonge meiden en vrouwen kwetsbaar maakt voor misbruik. Het is fantastische journalistiek die dit aan de orde stelt. De normen over wat wel en niet kan verschuiven heel snel, hopelijk gaat deze discussie door tot het punt dat we een keiharde norm stellen: het kan niet zo zijn dat meisjes en vrouwen onder druk komen te staan om zich naakt te tonen. Het kan niet zo zijn dat zij voor hun droom moeten betalen met hun vrijheid en hun zelfbeschikking.
Waar macht is, daar ligt misbruik op de loer weten we inmiddels. Modellenbureaus zouden zich veel meer moeten opwerpen als beschermheer of beschermvrouw. Ik hoop van harte dat het zwaard van #MeToo de machtstructuur in de modewereld doorklieft!

Angel

Door Marjoleine

“Je moet de angel eruit halen.” Indringend kijkt Janna me aan. Ze weet waar ze het over heeft. Als ervaringsdeskundige met seksueel misbruik heeft ze vele hulpverleners ontmoet en desgevraagd geeft ze me advies. “Je moet echt luisteren”, vervolgt ze, “en dan opletten waar je zelf geraakt wordt.” Ze valt even stil en zegt dan met klem: “Het is vernederend als een hulpverlener met een techniek komt aanzetten en zich boven je plaatst.”

Ik ontmoet haar op het afscheid van mijn voorganger, Maddy de Bruin. In Maddy’s voetsporen begeleid ik mensen die worstelen met zingevingsvragen over seksueel misbruik en godsdienst.
Ik luister met aandacht naar Janna’s advies, want ik kan wel wat goede raad gebruiken…

Haar woordkeus raakt me. Een angel. Zou het kunnen dat meer nog dan de gebeurtenis zelf, de gedachten die je over jezelf ontwikkelt, je beetje bij beetje vergiftigen? Gedachten en overtuigingen die zo lelijk en naar zijn, en de schaamte erover zo groot, dat je ze met niemand durft te delen. Een angel die zonder tegenkracht jarenlang, soms een leven lang, zijn gif blijft afgeven.

Hierover nadenkend, begrijp ik beter waarom Janna het belang van echt luisteren zo benadrukt. Luisteren is een tegengif. Eenmaal blootgesteld aan het licht, aan een toehoorder die oprecht luistert, verliezen de gedachten hun overtuigingskracht. Misschien ontdek je dat sommige overtuigingen aan jou zijn opgedrongen door de dader. De angel is dan op zijn minst voor een deel het resultaat van bewuste of onbewuste manipulatieve strategieën van de dader. Ze horen niet echt bij jou, maar bij de dader. Door je schaduwovertuigingen in woorden te vangen kun je er wat afstand van nemen, waardoor ze je minder in de greep houden.

Bij de VPSG zeggen we ook wel dat we iemand te voorschijn willen luisteren. Daarom zal ik Janna’s advies ter harte nemen en me niet verschuilen achter technieken maar proberen om echt te luisteren. Mijn oordelen of behoefte om op te lossen zal ik moeten opschorten. Misbruik kunnen we niet repareren, maar wie weet, misschien kunnen we mettertijd samen die angel eruit halen.